Het verhaal van Maaike

Daniëlle.
23 juli 2016. Terwijl ik bij mijn toenmalige schoonouders aan het avondeten was, kreeg ik een telefoontje van mama, of ik naar papa wou gaan. Danielle was onwel geworden en ging met de ambulance naar het ziekenhuis. Samen met T ben ik de auto ingestapt om 2 straten verder bij mijn vader aan te komen. Zelf stapte Daniëlle de ambulance nog in, ik heb haar gezicht niet kunnen zien. Achter de ambulance aan naar het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk.
Onderweg stopt de ambulance en komt de chauffeur naar mij toe, of ik de zus ben, om uitleg te geven dat we naar het ziekenhuis rijden en er kans is dat hij er met spoed vandoor moet, voor zover het er zo uitziet niet omdat het zo slecht gaat met Daniëlle, maar omdat er een andere spoedrit tussendoor kan komen. Op de snelweg komt dit dan ook uit, ik zie de zwaailichten en hoor de sirenes aangaan en voordat ik het me goed kan beseffen maakt de ambulance snelheid.
Terwijl ik in lichte paniek raak, niet wetende of dit voor mijn zus is of voor een ander spoedgeval, probeert T mij rustig te houden, wat weinig zin heeft….boetes of niet, ik wil mijn zus niet alleen laten! Voor zover ik me kan herinneren heb ik de 130 op mijn km teller voorbij zien komen. Ik raak achter een vrachtwagen in de verkeersbocht, er wordt aan de velsertunnel gewerkt dus moeten we via een omleiding. Achter de vrachtwagen rijdende wordt mijn paniek meer wanneer ik de ambulance uit mijn zicht zie gaan. Gelukkig weet ik waar hij heen is gereden. Als ik bij het ziekenhuis aankom, al rennend, word ik bij de balie gelijk naar de spoedpost doorverwezen waar ik gelijk naar door ren.
Als ik bij Danielle in de kamer aankom, ziet het er in alle opzichten uit als een epileptische aanval. Ik heb dit eerder gezien en dit is ook niet waar ik me al te druk om maak. Het is meer het aantal artsen wat constant bij haar aanwezig is. Lang mag ik niet bij haar zijn, ik word weggestuurd…omdat ik geen ruzie wil maken hier, zeg ik nog tegen Danielle dat ik op haar wacht, mocht ze me horen.
Terwijl T en ik in de wachtkamer zitten hoor ik mijn naam door de gang geroepen, R is ook in het ziekenhuis aangekomen. Wanneer ik vraag hoe ze wist waar ik was, zei ze dat Danielle meerdere keren mijn naam had gezegd en mij was komen zoeken.
De tijd die hierna komt bestaat alleen maar uit wachten. Ik mag niet bij Danielle en ik kan dus ook helemaal niks. Ondertussen probeer ik wel met mama in contact te blijven die net is aangekomen op haar vakantieadres aan de andere kant van het land ongeveer.
R komt zo nu en dan terug om mij updates te geven, en in de gang zie ik alleen maar dokters de kamer in- en uitlopen. Chaos.
Mama wordt ondertussen 2 keer gebeld. De eerste keer wordt er gezegd dat het niet nodig lijkt om naar huis te komen. De 2e keer is hier verandering ingekomen….Danielle gaat slechter en mama wordt gevraagd om zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te komen. Ik heb ondertussen ook contact met mama en beloof haar in het ziekenhuis, zo dichtbij als ik kan komen, bij Danielle te blijven.
Het lijkt uren te duren voordat mama eindelijk in het ziekenhuis is, maar zodra ik haar stem hoor in de gang overvalt mij een zeker soort rust. Mama is er, wat voor mij betekend dat er iemand is die Danielle overneemt en mij kan overtuigen naar huis te gaan. Geen dwang of geschreeuw, rust. Terwijl ik door de gang loop, kan ik Danielle niet meer zien door de vele witte jassen aan haar bed.
Terwijl we naar huis rijden, wordt ik al overspoeld door vermoeidheid, mama houdt iedereen ondertussen op de hoogte. Ondanks de vermoeidheid doe ik geen oog dicht, hetzelfde geldt voor de nachten daarop.
De volgende dag ben ik niet in het ziekenhuis geweest, mama en papa gaan en houden ons op de hoogte hoe het met Danielle gaat. Het lijkt beter te gaan, zondag kan ik me verder niet veel van herinneren. Enkel dat mama met ons afspreek de volgende dag gewoon allen ons ding te gaan doen. Wessel heeft vakantie en is vrij, Ilse is in Frankrijk. Peter blijft constant bij mama, en biedt veel steun. We spreken af de volgende dag na mijn werk naar het ziekenhuis te gaan.
Op maandagochtend ben ik om 0900 op mijn werk. Moe. Mijn baas een korte uitleg geven van hoe en wat, met het dringende verzoek dat ik mijn telefoon bij me houdt en moet opnemen. .sindsdien heb ik altijd op werk mijn telefoon op zak. Om 1000 belt mama, terwijl ik opneem reken ik nog snel een klant af en vraag de volgende even te wachten i.v.m. een spoedgeval. Mama vraagt me iemand mijn kassa over te laten nemen en rustig richting het ziekenhuis te gaan. Ze wacht daar op me zegt ze, meer informatie krijg ik niet. Terwijl mama mij belt is ze al onderweg naar de auto.
Rust heb ik niet, zo snel als het verkeer toelaat ga ik naar het ziekenhuis, later bedacht erg roekeloos…. Tegelijkertijd met mama en papa kom ik aan op de parkeerplaats van het ziekenhuis.
Papa loopt een stukje verderop, als mama roept hoort hij haar niet, pas als ik ‘papa’ schreeuw blijft hij staan. Met zijn allen gaan we naar binnen, mama geeft ondertussen uitleg dat Danielle haar lever is uitgevallen en dat ze nu meer te horen krijgen. T bel ik ondertussen, na een paar keer krijg ik hem te pakken.
In het ziekenhuis krijgen we Danielle te zien. De laatste keer dat ik haar zag lag ze op de eerste hulp, nu ligt ze op een eigen kamer in het brandwondencentrum onder volledige bewaking, omringd met snoeren van infusen en een leverdialise. Zo heb ik mijn zus nog nooit gezien. Nog gekleed in mijn werkkleding, waar ik nog grapjes naar Danielle over maak, komen we met zijn allen bijeen in een familiekamer. Hier krijgen we van de artsen te horen hoe slecht het gaat, en worden de opties besproken. Hier komt uit dat Danielle naar het LUMC gaat onder speciale begeleiding. Haar bloed is zo dun, dat ze van een klein wondje al kan doodbloeden. Een voor zich, en met zijn allen mogen we nog naar Danielle toe. We kunnen wel tegen haar praten, maar ze is constant met haar hoofd aan het schudden en ogen aan het draaien. Een hand vasthouden wil ze niet, dus ik wrijf over haar arm en geef haar nog een dikke kus en knuffel.
Dan is het tijd om afscheid te nemen…waarop de artsen er bij zeggen, dat we er rekening mee moeten houden dat dit ‘het’ afscheid zou kunnen zijn, maar ik blijf vol goede moed en fluister nog in je oor hoe trots ik op je ben en dat je gaat vechten zo lang je kan.
Helemaal naar Leiden moet je…een academisch ziekenhuis…verder gespecialiseerd…de beste dokters krijg je…
Mama en Peter gaan ook na een korte stop thuis door naar het ziekenhuis, ik blijf met Wessel thuis. Ilse wordt opgehaald in Frankrijk en komt ’s avonds met mama en Peter mee terug naar huis
Ondertussen blijft mama iedereen op de hoogte houden via de app, zoveel als mogelijk.
’s Avonds komen mama en peter thuis. Het is ondertussen bekend dat Danielle op de nr 1 Europese donorlijst staat en wanneer er een matchende lever vrijkomt deze voor haar is.
Om 2 uur is de lever bekend en wordt Danielle operatie klaar gemaakt. Ik weet dat ze in slaap is gebracht om vervoerd te worden naar het LUMC, maar kan alleen maar hopen dat ze hier niks van meemaakt. Ik weet nog hoe zenuwachtig ik was voor mijn operatie, en hoe trots ze was toen ik weer naar huis mocht. Ik kan alleen maar hopen dat ik als zij eruit komt, ik dan ook zo trots op haar kan zijn.
Om 0600 krijgt mama het telefoontje dat de operatie gaat beginnen, het gaat een zware operatie worden van minstens 6 uur, na 12 uur wordt mama weer teruggebeld.
Ik zit ondertussen beneden op de bank. Niet kunnen slapen zit ik al vanaf 8 uur beneden. Ik wil alleen maar wachten. Rond 10 uur komt peter naar beneden, ik zie aan zijn gezicht dat er iets niet klopt. Ik heb mama haar appje nog niet gelezen, maar peter komt mij het nieuws vertellen dat mama om 10 uur is gebeld….de operatie is stopgezet….Danielle is verwoest. Mijn lieve, stoere en sterke zus is kapot…letterlijk. Mama en peter gaan weer naar het ziekenhuis, wetende dat Danielle daar haar laatste adem zal uitblazen. Weer mag ik niet mee. Ik blijf thuis om wessel en ilse op te vangen, zij hebben mij nodig. Er komen steeds meer mensen bij, T neemt een groot deel van de zorg van iedereen op zich en ontlast mij hier veel mee. Ik sluit me van iedereen af, Wessel en Ilse komen op de eerste plek.
Terwijl wij op het berichtje wachten, het berichtje dat zij haar laatste adem heeft uitgeblazen, kom ik op facebook berichtjes tegen naar Danielle alsof ze al dood is, woest ben ik….mijn zus is nog aan het knokken, nog niet dood, ookal komt dat wel. 26 juli 2016, 11.40u. Danielle is dood. Hierna wachten wij tot mama en peter thuiskomen.
Hierna gaat alles snel. Heel snel. Dezelfde dag zien we Danielle weer. Dood. In het uitvaartcentrum. Als wij haar zien is ze al aangekleed, ik herken haar niet meer. Dit is niet mijn Danielle, ik wil dan ook niet in de buurt komen. Mijn nu dode zus…dezelfde zus met wie ik 2 weken daarvoor nog voor mijn verjaardag naar Beyoncé ging, waarvoor ik de eeuwige taxi naar het werk was en die altijd te laat kon komen, en er ook nog mee wegkwam ook. Mijn stapmaatje, drinkmaatje, feestmaatje, mijn zus. Dood.
De uitvaartbegeleidster is Patty, ze legt alles uit en we mogen haar alles vragen. Fijn is dat.
Elke dag gaan we naar Danielle toe.
Het eerste wat ik heb gedaan toen we het doodbericht kregen, is iedereen inlichten. Iedereen waarvan ik wist met wie ze omging, vrienden en collega’s. Dat was ook het enige wat in me opkwam. Zodra de rouwkaart er was, heb ik deze weer naar iedereen gestuurd, de enige stress of ik niemand was vergeten. Ik weet bijna zeker dat iedereen toen de kaart heeft gehad. Zowel bij de condoleance als bij de uitvaart. Honderden mensen.
De dagen tot de condoleance gaan we dagelijks naar haar toe. 1 keer ben ik even alleen met haar geweest, even maar. Ze lag er zo rustig bij, en ik zal haar grapjes nooit vergeten, dat ik er van overtuigd was dat ze zo op kon springen en dat het allemaal een grap was. 1 grote kutgrap.
Bij de condoleance maak ik me nuttig waar het kan, uiteindelijk is dit praktisch alleen in de ontvangstkamer…ik blijf bij Wessel en Ilse in de buurt. Ik kan me sterk houden, ben andere mensen aan het troosten. Totdat mijn klasgenootjes binnen komen lopen, dat is me teveel. Deze meiden met wie ik lief en leed deel, zij zijn er ook nu voor me.
Dan is het de dag van de uitvaart. Danielle had precies, met grappen, aangegeven hoe haar ideale uitvaart eruit zag….ik in jurk was daar deel van…lieve zus, die kutjurk heb ik aangehad. Mijn speech heb ik geschreven, voor het geval mijn improvisatiekunsten niet helemaal meewerken. Ik ga met de gewone auto mee. Mama rijdt met Danielle mee.
Aangekomen bij het crematorium staat er een enorme erehaag voor Danielle, wij lopen met het gezin en aanhang achter de auto aan. Wat een mensen, wat een groots gebaar dat iedereen er was. Ook wanneer de kist weggevoerd wordt naar de oven mag ik niet mee. Hier heb ik het erg moeilijk mee, ik mis een stukje afscheid. Maar ook hierin zet ik me om in het steunen en troosten van een ieder die dit nodig had. Wanneer we een tijd erna weggaan weet ik , Danielle is nu al as.
De tijd hierna blijf ik proberen iedereen te steun, het is moeilijk om ontlopen te worden omdat mensen niet weten wat ze moeten zeggen. Terwijl het enige wat ik wil is dat mijn leven gewoon weer verder gaat, ik zet alles aan de kant en wil weer mijn ding doen. Rouwen wil ik niet, leven wil ik.
5 weken hierna vertrek ik naar Spanje, in overleg met school en thuis ben ik toch gegaan. De beste keuze. Wat heb ik hier een geweldige tijd gehad, vol liefde en steun.
De tijd hierna ben ik zoveel mogelijk bezig om alles gewoon te doen zoals ik dat al deed. Leven.
Op 26 juli 2017 wordt Danielle haar urn alsnog begraven. Een hele begrafenis, waarin ik mag helpen de kist te laten zakken. Een stukje afscheid neem ik hiermee. Ik ga wekelijks langs het graf, om een kaarsje aan te steken, een bloemetje neer te leggen of om gewoon even gedag te zeggen.
Afstuderen doe ik , diploma op zak.
Leven, doe ik.
De enige angstmomenten die ik heb, zijn ambulances. Wanneer ik dit op 28-12-17 schrijf, ben ik net een paar uur thuis. Terwijl ik naar huis reed, kwam een van Danielle haar liedjes op de radio, en kwam er een ambulance met gillende sirenes voorbij. Elke keer als dit gebeurt, denk ik terug aan dat moment waarin haar ambulance er plotseling ook met gillende sirenes vandoor ging. Dan krijg ik even een moeilijk moment.
Reanimeren, ook zo’n ding…wat ik ondertussen kan. Omdat ik op de dierenambulance rijd, ben ik hulpverlener. Een titel waar ik trots op ben. Tijdens de RDW training kregen we ook uitleg hoe je moet samenwerken met andere hulpdiensten. Ambulances dus ook. Ook weet ik dat ik ga leren reanimeren. Tijdens deze cursus houdt ik eigenlijk geen rekening met geluidsfragmenten, totdat het omgaan met stikgedeelte komt. Ik breek hierbij, dit geluid herken ik uit duizenden.
Ondertussen kan ik wel reanimeren, ben ik aangesloten bij de hartstichting en hoop ik wanneer dit nodig is dat ik een leven kan redden.
8 januari vertrek ik naar Spanje, een langere tijd deze keer. 8 maanden ongeveer. Ik ben deze keer zenuwachtiger, maar weet ook wel dat het goed gaat komen. Het is moeilijk om alles en iedereen zo achter me te laten, ook de honden en Jouke. Maar ook de dierenambulance, hier heb ik mijn plekje gevonden en ligt mijn hart. De dieren zijn wat mij er de vorige keer doorheen geholpen heeft, ik weet zeker dat zij mij deze keer ook gaan helpen.
x Maaike